woensdag 12 juli 2006

Iain Banks - The wasp factory



Al een jaar of 10 geleden zag ik op tv de serie 'the crow road'. Een fantastisch verhaal, gebaseerd op de gelijknamige roman van Iain Banks. Ik ging toen op zoek naar het boek, kon dat niet vinden, en kocht in plaats daarvan het debuut van deze schrijver: 'the wasp factory'. Ik ben er al een paar keer eerder in begonnen, maar telkens gestopt want het is behoorlijk griezelig (de blurb meldt terecht: Enter - if you can bear it - the extraordinary private world of Frank). Nu echter vond ik de moed om door te lezen.

The wasp factory is het debuut uit 1984 van de in 1954 geboren Schotse schrijver Iain Banks, naar het Nederlands vertaald als De wespenfabriek.

Het verhaal:
Frank is een zwaar gestoord joch van 16 jaar. Hij woont met zijn vader op een schiereilandje ergens in Schotland (vlakbij Porteneil, dat, zo vermoed ik, een verzonnen plaatsje is). Eigenlijk bestaat Frank niet, hij is nooit bij de Burgelijke Stand aangegeven. Ze doen net alsof hij regelmatig komt logeren op het eiland. Frank gaat dus ook niet naar school, zijn vader onderwijst hem zelf, thuis.

Frank heeft als klein jongetje een ongelukje gehad, en dat maakt hem anders dan andere jongens. Wat er precies mis is gegaan wordt pas aan het eind van het boek duidelijk, dus daar ga ik niet op in, maar je weet wel al snel dat hij moeilijkheden heeft met naar het toilet gaan.

Omdat hij de hele dag op het eilandje is, en geen leeftijdsgenoten heeft, vermaakt Frank zich met bizarre spelletjes. Zo heeft hij een machine gemaakt waarin hij een gevangen wesp op twaalf verschillende manieren aan zijn eind kan laten komen, de ene manier nog wreder dan de andere. Uit de manier waarop de wesp sterft, leest Frank tekens voor de toekomst af. En deze wasp factory is maar een van de bizarre tijdverdrijven die Frank bezig houdt.

Heel koel vertelt hij over de doden die hij op zijn geweten heeft. Zijn jongere broertje, een nichtje, een neef. Allemaal welbewust omgebracht door Frank, maar niemand kan hem beschuldigen.

Frank is niet de enige gestoorde zoon. Zijn broer Eric is aan het begin van het boek ontsnapt uit een gesloten inrichting. Frank weet dat hij op weg is naar huis. Vol verwachting en angst wacht Frank op de terugkeer van Eric.

Als Eric er eenmal is, volgt de zinderende ontknoping van het boek. Althans, die was zinderend geweest als de waarheid over Frank niet aan het licht was gekomen. Maar omdat dat wel gebeurt zakte voor mij het boek toch een beetje in.

Fascinerend, geweldig, maar zo griezelig. Ik weet niet of ik het iemand aan durf te raden. Een paar voorbeeldjes:

"I hope you weren't out killing any of God's creatures."
I shrugged at him again. Of course I was out killing things. How the hell am I supposed to get heads and bodies for the Poles (dit zijn een soort totempalen die het eiland moeten beschermen, Else) and the Bunker if I don't kil things? There just aren't enough natural deaths.

My brother Paul was five when I killed him. I was eight. It was over two years after I had subtracted Blyth (...) that I found an opportunity to get rid of Paul. Not that I bore him any personal ill-will; it was simply that I knew he couldn't stay.

Geen opmerkingen: