dinsdag 28 november 2006

Ignacio Marínez de Pisón - De tijd van de vrouwen



Wat een prachtig boek heb ik gelezen: De tijd van de vrouwen van de Spaanse schrijver Ignacio Martínez de Pisón.

Het boek beschrijft een jaar of vijf uit het leven van drie zussen: María, Carlota en Paloma, ook wel de slimmerd, de lieverd en de mooierd. Althans, zo noemen ze elkaar. En deze namen versterken weer hun gedrag: María wordt steeds slimmer, Carlota liever en Paloma mooier.

Het boek begint als hun vader in het bed van een hoer overlijdt en zij blijven achter met hun moeder. María is dan een jaar of 18, Carlota ongeveer 16 en Paloma ongeveer 14. Ze wonen in een prachtig oud huis, Villa Casilda, midden tussen de flatgebouwen van de niet verder genoemde Spaanse stad. Het is begin jaren '80.

Elk ontdekt op haar eigen manier de liefde en zoals dat gaat met eerste liefdes zijn die stuk voor stuk ongelukkig. Nou zijn dat ook nog eens geen doorsnee-verhoudingen. María krijgt een relatie met de beste vriend van haar vader, Carlota met een falangist en Paloma met, ja, met wie niet?

De moeder kan het overlijden van haar man (de omstandigheden waaronder hij overleed worden door de dochters uiterst geheim gehouden) niet goed aan en grijpt naar de fles.

María, de oudste dochter, neemt het heft in handen en probeert het gezin draaiende te houden. Dat valt niet mee, want Carlota is te druk met haar obsessies: eerst het katholieke geloof, daarna de lichamelijke liefde, dan het echtgenotenbestaan en het moederschap (mind you, ze is dan 16!), een nieuwe echtgenoot voor haar moeder, en tot slot het socialisme. En Paloma is eigenlijk alleen maar bezig met het ontdekken van hoe ver ze kan gaan in de seksspelletjes die ze met Jan en alleman speelt.

En dan blijkt dat de moeder om financieel het hoofd boven water te kunnen houden na het overlijden van haar man, een hypotheek heeft genomen op het huis, maar nooit premie heeft betaald. Dit betekent dat ze datgene dat hen nog bindt, het huis, zullen gaan verliezen. Pas dan lukt het ze om weer een gezin te vormen dat elkaar steunt in plaats van bekritiseert en afvalt.

In een prachtige, meeslepende, bloemrijke, maar niet overtrokken stijl beschrijft Martínez de Pisón de levens van de zussen. Om en om wordt een van de zussen aan het woord gelaten, en komen naast het op dat moment 'hier en nu' allerlei familieanekdotes langs, vanuit de drie totaal verschillende perspectieven verteld. En zo past aan het eind van de roman alles als een puzzel in elkaar. De moeder blijft een wat kleurloze figuur. Dat stoort niet zo, trouwens, zij is en blijft in het leven van haar dochters immers maar een bijfiguur. En zoals altijd in Spaanse romans die zich in de jaren '80 afspelen komt de couppoging van feb. '82 uitgebreid aan bod. Hoe verschillend iedereen dat toch elke keer weer heeft beleefd. Het is net alsof je in Nederland zou vragen: 'wat deed je op de dag dat Theo van Gogh werd vermoord?'.

Af en toe vond ik de seksspelletjes van met name Paloma, de jongste van het stel nota bene, wel ongeloofwaardig, ze is immers pas een jaar of 14 aan het begin van het boek en 19 als het boek eindigt. Maar op de een of andere manier past het wel bij haar karakter, en bij de wurgende onzekerheid die meiden in hun pubertijd in haar greep houdt, dus ach...

Verder is het interessant om nog even de namen van enkele figuren de revue te laten passeren:
- María, de oudste dochter, door de zussen getypeerd als 'de eeuwige maagd', zo verstandig als die wel niet is.
- Paloma, de jongste dochter, fladdert rond. Paloma betekent duif, dat lijkt me wel van belang.
- Oom Dolfijn, met hem erbij heeft iedereen het naar zijn zin (en soms iets teveel...) dol fijn, zeg maar :-)

Een paar ezelsoortjes:
'Welke fase? vroeg ik. Dat je elke dag naar de mis gaat, zei mama, en non wilt worden. Maar ik wil geen non worden, antowoordde ik, en ik zag dat zij een blik van oplichting uitwisselden. Geukkig maar ... zuchtte papa. Nee, zei ik, ik wil priester worden.'
-------------------------------------------------
'Zo stom vind ik mijn leven nu: in plaats van liefde zou medelijden voor mijn kunnen volstaan'
-------------------------------------------------
'Hoe kun je vechten zonder jezelf pijn te doen tegen iets wat in je zit?'
-------------------------------------------------
'Het merkwaardige is dat ik me nu, zoveel jaren later, nog heel goed het overhemd kan herinneren, dat hij die zondag aanhad (...). Ik weet zeker dat ik als ik dat overhemd weer zou zien, het direct zou herkennen en zou uitroepen, dat is het hemd dat oom Dolfijn aanhad toen ik in mijn vinger sneed!'
-------------------------------------------------
'We lagen op bed, allebei aangekleed, en Ramón streelde mijn haar zoals je de rug van een ziek dier streelt.'
-------------------------------------------------
'Antonia hield van boeken, en die liefde was zo intens, dat degenen om haar heen daardoor werden aangestoken. Ik bijvoorbeeld. Ik hield altijd al van lezen, maar door haar ontdekte ik dat plezier in lezen heel iets anders iis dan liefde voor literatuur.'
-------------------------------------------------
'Misschien denken we allemaal wel dat wij zelf rare snuiters zijn en de anderen normaal.'

Vertaald door Dorothea ter Horst
Uitgeverij Signature, Utrecht (2006)
Oorspronkelijke titel: El tiempo de las mujeres (2003)

zondag 26 november 2006

Ismail Kadare - Leven, spel en dood van Florian Mazrek



Dit was mijn eersteling van Kadare. Bij mij riep het eenzelfde donkere wolk, gevoel van naderend onheil en eenzelfde angst voor de machthebbers en machtsmisbruik door diezelfde machtshebbers, die dan weer bang zijn voor de nog grotere bazen als The unbearable lightness of being. En ook in de manier waarop ´fouterikken´ het vertrouwen winnen en dat dan afstraffen. Komt ook in beide verhalen voor.

De scene van de minister op bezoek bij de Leider is daarvan een voorbeeld, maar ook die van de minister bij de vorige minister. En die van de Operativ als hij zaken verklapt die hij niet mocht verklappen. Of mocht hij dat toch wel? Want door Vjollca die rapporten van het hoertje te laten lezen, hoopt hij natuurlijk dat zij Florian eerder zal verraden. Eerst haar vertrouwen winnen zodat zij hem zaken vertelt die ze liever geheim had willen houden. Ook ik vond de 'verhouding' tussen de Operativ en Vjollca eigenlijk het interessantst. Want nergens is duidelijk wie nou de bovenhand heeft: is het Vjollca, met de belofte van seks of is het de Operativ met de belofte van informatie? Zoals het geschreven is, lijkt Vjollca zeer overtuigd van haar superieure positie, maar ikzelf heb daar zo mijn twijfels over!

Zo denkt Vjollca ook over Florian: door hem te verraden zal ze hem redden! 'Moest ze lijdelijk toezien hoe hij vertrok om weg te rotten op de bodem van de zee, met zijn gezicht aangevreden door krabben en vissen? Of moest ze besluiten hem aan te geven bij de autoriteiten, die hem voor jaren in de gevangenis zouden laten verdwijnen?
Uiteraard zou ze hebben gekozen voor het laatste: de gevangenis. (..) Als het meezat, was hij na vier jaar weer een vrij man.'

Wb het intermezzo: ik vermoed dat Kadare hier duidelijk heeft willen maken dat zelfs de meest geaccepteerde verhalen best wel ongegrond kunnen zijn. Dat lees ik trouwens ook terug: 'Zo werd Buthrotum dus door Vergilius beschreven, soms als een visioen, soms als Troje, gezien in een spiegel of in een droom.' En dat het 'in werkelijkheid' heel anders is gegaan: 'Ik ben nooit voor Achilles teruggeweken en zeker heb ik niet driemaal, voor hem vluchtend, rond de muren van Troje gerend.' Zo heeft Florian ook geen weerstand geboden aan de commandant!

En dat de wat rare manier waarop Kadare de liefdesgeschiedenis tussen Florian en Vjollca beschrijft wel wat wegheeft van een oude tragedie: gevoelens worden enorm uitvergroot, het zuchten, het smachten, het wachten. In die zin zou het een rol kunnen spelen?

Of zou dit het toneelstuk kunnen zijn wat door Florian met zoveel instemming van de commandant wordt ingestudeerd dat hij Florian 'inhuurt' voor zijn lugubere klusje? Florian is immers Hektor en moet dus rondgesjouwd worden en zijn lijk getoond aan het volk!


V

E

R

K

L

A

P

P

E

R

Over de moordenaar van Florian: natuurlijk is het de commandant: Florian reageert namelijk niet alleen verheugd op de aanspreektitel 'artiest' maar de wonden zijn precies gelijk aan diegenen die tijdens de maskerade waren aangebracht.

Al met al vond ik het een goed boek.

maandag 20 november 2006

Audrey Niffenegger - De vrouw van de tijdreiziger



Ik las De vrouw van de tijdreiziger van Audrey Niffenegger (helaas in de Nederlandse vertaling van Jeannet Dekker, hoewel die zeker niet slecht is) en smulde en smulde en nam uiteindelijk met een traan in mijn ogen afscheid. Wat een prachtig uitgewerkt liefdesverhaal!

Liefde, dwars tegen de wetten van de tijd in. Want het gaat hier om de liefde tussen een 'gewone' vrouw en een zeer bijzondere man: hij kan namelijk tijdreizen. En blijft zij telkens achter, wachtend tot hij weer naar haar tijd terugkeert. Vrezend dat hij in een ander tijdsgewricht gewond of zelfs gedood wordt.

Hoe voelt dat, tijdreizen:
'Soms heb je het gevoel dat je te snel bent opgestaan, ook al heb je half liggen slapen in je bed. Je hoort het bloed suizen in je hoofd, je bent duizelig en je hebt het gevoel dat je elk moment om kunt vallen. Je handen en voeten tintelen en zijn er dan helemaal niet meer. Je bent weer op een andere plaats dan je dacht. Het duurt maar heel even, je hebt net genoeg tijd om je vast te houden, om met je armen te zwaaien (waarbij je mogelijk jezelf of waardevolle bezittingen beschadigt) en dan glijd je op donderdag 6 augustus 1981 om zestien minuten over vier 's nachts over het mosgroene tapijt in de gang van Motel 6 in Athens, Ohio, en stoot je je hoofd tegen de deur van iemands kamer, waarop deze persoon, ene mevrouw Tina Schulman uit Philadelphia, de deur opent en begint te schreeuwen omdat er een naakte, bewusteloze man met schaafwonden aan haar voeten ligt. Je komt met een hersenschudding bij in het regionale ziekenhuis, met voor de deur van je kamer een agent die naar een krakende transistorradio zit te luisteren die verslag doet van de wedstrijd van de Phillies. Gelukkig zak je weer weg in bewusteloosheid en word je een paar uur later wakker in je eigen bed, terwijl je vrouw zich met een bezorgd gezicht over je heen buigt.'

Gelukkig gaat het niet altijd zo en blijft Henry meer dan eens langere tijd op één en dezelfde plek. Vaker reist hij naar het verleden, dan naar de toekomst, vaker naar een verleden dat met hem verbonden is dan naar zomaar een verleden:
'Tot nu toe is mijn bereik vijftig jaar, in beide richtingen. Maar ik ga zelden naar de toekomst, en ik heb daar denk ik niet veel dingen gezien die me van pas zouden kunnen komen. Het is altijd heel kort. En misschien weet ik gewoon niet waarnaar ik op zoek ben. Het verleden oefent meer aantrekkingskracht op me uit. In het verleden voel ik me massiever. Misschien heeft de toekomst minder inhoud?'

Maar toch merk je hier en daar dat Henry 'voorkennis' heeft. Zo vindt op 11 september 2001 het volgende gesprekje plaats:
'Ik word om zeventien minuten voor zeven wakker. Henry ligt niet in bed. (...)
"Waarom ben jij zo vroeg op?" vraag ik aan hem. "Ik dacht dat het pas over een paar uur gaat gebeuren." '

De arts van Henry, dokter Kendrick, heeft het gen heeft gelocaliseerd dat Henry doet tijdreizen. Hij heeft dat gen in een muis gebracht en demonstreert dat de muizen kunnen tijdreizen:
"Hoe lang zijn ze doorgaans weg? En waar gaan ze heen?"
(...) "Ongeveer een minuut of tien" (...) "Ze gaan naar het dierenlab in het souterrain, war ze zijn geboren. Ze lijken niet meer dan een paar minuten ver te kunnen gaan, zowel naar het verlden als naar de toekomst."
(...)"Als ze ouder zijn, kunnen ze verder gaan."
"Ja, tot nu toe is dat het geval geweest."

zondag 5 november 2006

Chandler Burr - The emperor of scent



Deze week las ik The Emperor of Scent, van Chandler Burr. Briljant boek!

Het boek draait om de zoektocht naar de biofysische werking van het reukzintuig. Razend interessante en originele ideeën en experimentele opzetten om je vingers bij af te likken. Telkens kom je een klein stukje meer te weten van de puzzel die geurherkenning is. Dit klinkt allemaal heel wetenschappelijk en moeilijk, maar nee!

Het wordt namelijk beschreven als ware het een whodunnit: heerlijk! De wetenschappelijke wereld is net het gewone leven met zijn vriendschappen en steun versus afgunst en ellebogenwerk. Een boek dat ook voor niet-biologen een absolute aanrader is. In juli van dit jaar schreef een boekgrrl me over het boek:
"Ik geloof dat ik nooit zO snel een boek heb gelezen als dit non-fictie verhaal van een nieuwe theorie over hoe we dingen ruiken. Het is een soort biologische thriller (huh?). Het verhaal van een gedreven man met afwijkende ideeën over hoe mensen geuren identificeren. Een wereld van concurerende biologen en jaloerse (en bange) collega's. Maar ook van het grote geld van de wereld van de perfumerie. Ik kan mijn vinger niet op het _waarom_ leggen van dit boek. WaarOm is het zo fascinerend? Waarom wordt de lezer zo meegezogen? Er is iets met de schrijfstyle - het leest als een soort journalistische roman. Of als een geromantiseerde stuk journalisme? Maar het blijft een boek vol feiten.
En hoe hij erin slaagt om geuren te vertalen naar woorden... puur poezie is het soms!
Een bijzonder boek, en zeker een aanbeveling voor iedereen die ooit van Parfum van Süskind heeft genoten."

Opmerkelijk is dat als je de theorie uit het boek van Chandler Burr zet naast dat van Patrick Süskind, dat het tweede simpelweg niet mogelijk blijkt te zijn: biologisch onmogelijk. Maar ja, dat is voor een fictieverhaal natuurlijk nooit een probleem.

Ook ik maakte weer een aantal ezelsoortjes:
Een vriend reageert telkens als Turin weer een briljante inval heeft met 'ja, maar' en geeft daarvoor als verklaring:
'"As a good scientist, of course, you always try do disprove your theory. An this seemed like a good theory to disprove." So he was just helping Turin along in this regard. Sometines Turin wished he weren´t quite so helpful.´

In het boek wordt een BBC-documentaire gemaakt over het werk van Turin. Na de uitzending wordt hij op een feestje uitgenodigd, waar tot zijn verbijstering allemaal BB-ers zijn (Bekende Britten):
'He wound up standing near the wall, trying to make himself as inconspicuous as possible, until he saw Jeremy Clarkson, who'd done a BBC piece on cars that had showed Icelanders repairing their SUV's tires by exploding them back onto the rims with lighter fluid. He went up tot Clarkson and said, "I loved that section on cars and Iceland!" Dawn French turned around and said, "Yes, Jeremy, when are you going to fix my car?"'
Hier moest ik vreselijk om lachen. Ik kijk nl. elke week naar Top Gear, dat is het autoprogramma dat hier bedoeld wordt en geniet daar vreselijk van. De typische humor van het programma en de combinatie met de auto's die ze bespreken: heerlijk! Degenen die het programma kennen, vinden dit vast ook een leuk stukje.

'We have, deep inside of us, a smell algorithm (...). The algorithm is a way for the brain to plug in a contant inundation of incredibly complex information and get a result. Turin knew there was one (...) simply because that is exactly what the brain does with hearing and vision: the human brain uses, every split second, without breaking into a sweat, two breathtakingly complex algorithms. (...) Utterly brilliant mathematical precision, applied every millisecond.'

'During the Revolution, Louis XVI and Marie Antoinette were trying to escape the guillotine, dressed as ordinary citizens, and were apprehended in Varennes. "The legend" Turin says "is that they exited the carriage, acting natural, and she descended in a breathtakingly heavenly cloud of Houbigant [een superparfum uit die tijd]. That's how they caught them and cut off their heads. No ordinary citizen had that fabulous shit."'

"but what the French call luxury is actually call-girl chic".

"Most laypeople," says Luca Turin, "subscribe devoutly to this lovely little fiction that science is a perfect intellectual market". (...) We want to beleive that every idea merits attention is given it. That the good ideas are kept, the bad ones discarded (...) This isn't real. Perhaps unfortunately, perhaps not. Scientists are human. Vested interests beat out new ideas. Egos smother creativity. Personalities clash. Corruption is as common as the survival instinct.'