zondag 27 september 2009

Jan Siebelink - Knielen op een bed violen



Ik luisterde naar Jan Siebelink die zijn Knielen op een bed violen voorlas. En gelukkig leest hij niet zo goed voor, anders was ik denk ik kapot gegaan aan het verhaal. Want wat een akeligheid en onmacht, wat een zelfgekozen en opgelegd lijden.

Het verhaal
Het verhaal begint als het straatarme astmatische jongetje Hans Sievez zich op school realiseert dat hij niet sterk hoeft te zijn om bewonderd te worden: hij bezit talent om de mensen te laten lachen. Maar al snel valt er niet veel meer te lachen: zijn moeder overlijdt en zijn vader, een gewelddadige relifanaat kan zich amper het hoofd boven water houden.
Op een dag verlaat Hans het ouderlijk huis en ontworstelt zich daarmee aan het relifanatisme van zijn vader. Hij besluit in Den Haag bij een kwekerij te gaan werken. Daar ontmoet hij Josef Mieras. Deze probeert Hans in te palmen voor zijn Geloof, maar op aandringen van Hans' hospita houdt hij Josef op afstand.
Hij trouwt en start met zijn vrouw Margje, zijn lagereschoolliefde, een bloemenkwekerij. Ze hebben het zwaar maar goed. Tot Josef Mieras ineens opduikt. Dit keer lukt het hem wel om Hans in te palmen. Al snel zit die, tot groot ongenoegen van zijn vrouw, tot over zijn nek in de hyperzwartekousenkerk.
Daaruit weet hij niet meer te ontsnappen. En bijna sleurt hij ook nog zijn vrouw en zoons mee. Bijna. Dat is het enige lichtpuntje. Als je het al een lichtpuntje zou kunnen noemen, want zeker de jongste zoon is zo verknipt als wat.

Hoe simpel het bovenstaande ook klinkt, de zwaarte van het leven in dienst van het Ware Geloof is zo voelbaar beschreven dat de zomerse dagen waarin ik naar Siebelink luisterde regelmatig een paar graden kouder leken te worden.

Geen opmerkingen: