woensdag 28 december 2011

Barbara Trapido - The travelling hornplayer



De gedichtenreeks van Wilhelm Müller 'Seventy-seven poems from the posthumous papers of a travelling hornplayer' vormt de basis voor deze roman van Trapido. Daarnaast heeft Trapido voor de roman de gedichtenserie Die schöne Müllerin gebruikt, waarvan de gedichten door Schubert op muziek gezet zijn.

Het verhaal
Het boek is in twee delen verdeeld, waarin het eerste deel over de levens van de drie hoofdpersonen gaat vóór de dood van Lydia en het tweede deel over hun levens ná de dood van Lydia.

De studente Lydia schrijft een scriptie over de gedichten van Müller. In het eerste hoofdstuk vertelt haar zus Ellen over hun gezamenlijke jeugd, waarin ze samen hun vader probeerden op te vrolijken nadat hun moeder het gezin verlaten had. Tot Lydia op een dag zomaar onder een bus terecht komt. Als titel van het hoofdstuk fungeert dit lied van Schubert.

Het tweede hoofdstuk is geschreven vanuit het perspectief van Jonathan Goldman, de schrijver, die Lydia helpt met haar scriptie. Hij vertelt vooral over zijn huwelijk met Katherine en haar opofferingen om hun zeer dyslectische dochter Stella (The Nuisance Chip, gezellig als je je dochter zo noemt) iets bij te brengen. Opofferingen die haar van een spannende jonge vrouw in een sloof veranderen. Waardoor hij de verleiding om een rustige schrijfplek in Londen te vinden en een relatie te beginnen met Sonia, een provocatieve onderzoekster aan de Universiteit van Londen, niet kan weerstaan. Sonia vindt de brief waarin Lydia vraagt om hulp met haar scriptie en plaagt Jonathan er vreselijk mee: het is overduidelijk de brief van een verliefde puber. Luister ondertussen naar dit lied van Schubert.

In het derde hoofdstuk ontmoeten we Stella, de dochter van Jonathan Goldman. Ze is zwaar dyslectisch en daardoor wordt ze als achterlijk beschouwd. Tot ze zichzelf op een bijzondere manier leert lezen. En vooral: tot ze cello leert spelen. Daar blijkt ze in uit te blinken. Ze gaat naar het conservatorium in Edinburgh, waar ze een buitengewoon hartstochtelijke relatie krijgt met de jonge kunstenaar Izzy, een van de huisgenoten van Ellen uit het eerste hoofdstuk. Stella is zijn muze, althans, tot hij een andere muze aan de haak slaat. Als ze daarachter komt, gaat ze naar de Londense flat van haar vader. Daar komt ze erachter dat die haar moeder bedriegt. Ontgoocheld vlucht Stella terug naar Edinburgh, waar Pen, de derde huisgenoot van Ellen, haar opvangt. Pen neemt haar mee naar zijn exorbitant rijke en streng katholieke familie. De titel van het hoofdstuk verwijst naar dit lied van Schubert.

Ook het vierde hoofdstuk draait om Stella. Stella blijkt zwanger van Izzy, en bij de eerste controle krijgt ze ook te horen dat hij haar met HIV besmet heeft. Ondanks het besmettingsgevaar besluit ze om de baby te houden. Pen biedt aan om met haar te trouwen en het kind op te voeden als ware het het zijne. Pen en Stella hebben geen echt huwelijk: Pen is als jongen zwaar misbruikt in het katholieke jongensinternaat waar hij op school zat en is daardoor ernstig gestoord in zijn seksuele ontwikkeling. Stella krijgt een dochtertje. Overigens heeft Stella alle banden met haar ouders en met Izzy verbroken: ze wil en kan hen niet onder ogen komen. De titel verwijst naar dit lied van Schubert.

In het vijfde hoofdstuk keren we terug naar Jonathan (bijpassende muziek van Schubert hier te beluisteren), in het zesde naar Ellen (luister hier naar de muziek van Schubert). En komen we erachter wat er nou precies met Lydia gebeurd is en hoe de verschillende personen aan het gebeuren hebben 'bijgedragen'. In het zevende en laatste hoofdstuk vormt een galadiner het decor voor de reünie van iedereen. Een confrontatie met datgene dat er gebeurd is, en een blik op de toekomst. Bij het laatste deel hoort dit lied van Schubert.

Wat een prachtig boek. In het vierde hoofdstuk begon ik het allemaal wat té dramatisch te vinden. Maar gelukkig weet Trapido een tranentrekker van jewelste (Stella zwanger en HIV-positief) om te buigen naar een mooi en ontroerend einde. Knap hoe ze het loodzware van rouw, wroeging en schuldbesef weet te behandelen zonder dat het één groot tranendal wordt.

Leuk ook hoe de schrijfster de titel terug laat komen: de roman die Jonathan schrijft heet: Have horn, will travel, en de leuke Oostenrijker die Ellen ontmoet die ze van vroeger kent als Hubert, de hoornspeler. Ik heb zojuist de liederen van Schubert opgezocht en beluisterd, dat voegt echt wel wat toe aan de beleving van het boek. Vandaar dat ik er linkjes naartoe heb opgenomen in dit leesverslag.

Geen opmerkingen: